Aangifte personenbelasting – Verplicht aan te geven roerende inkomsten

Voor de meeste roerende inkomsten (dividenden, interesten uit kasbons, gelddeposito’s, obligaties…) houdt het organisme die ze betaalt (bv. uw bank) op het moment van betaling al een roerende voorheffing in die ze meteen aan de staat doorstort. Die roerende voorheffing geldt dan meestal als de definitieve belasting. U moet de roerende inkomsten dus niet meer in uw belastingaangifte vermelden.

De eerste schijf, per persoon, van 1.880 euro (aanslagjaar 2018, inkomsten 2017. Voor aanslagjaar 2019, inkomsten 2018 is dit 960 euro) aan intresten van een gereglementeerd spaarboekje en de eerste schijf, per persoon, van 190 euro (aanslagjaar 2018, inkomsten 2017) aan inkomsten uit kapitalen die werden geïnvesteerd in coöperatieve vennootschappen of erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk, per persoon, zijn helemaal vrijgesteld van belastingen. Zo ook zijn de interesten op de eerste schijf van 15.000 euro (aanslagjaar 2018, inkomsten 2017) op bepaalde leningen uitgereikt via een crowdfunding platform aan kleine, beginnende ondernemingen gedurende een beperkte periode vrijgesteld.

Sommige roerende inkomsten moet u wel altijd aangeven in uw belastingaangifte:

  • inkomsten van buitenlandse oorsprong, direct geïnd in het buitenland
  • intresten van gereglementeerde spaarboekjes boven de 1.880 euro
  • inkomsten boven de 190 euro van kapitalen die geïnvesteerd werden in coöperatieve vennootschappen of erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk
  • interesten op het niet-vrijgestelde deel van leningen uitgereikt aan kleine, beginnende ondernemingen
  • inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en licenties
  • andere inkomsten die niet werden onderworpen aan de roerende voorheffing (bv. de inkomsten uit hypothecaire schuldvorderingen op onroerende goederen die zich in België bevinden, inkomsten uit de huur of concessie van roerende goederen, lijfrentes)
  • Meerwaarden op Inkomsten van speculatieve verrichtingen (aan en verkoop binnen 6 maanden)

Aangifte personenbelasting AJ2018 – indieningstermijnen

Deadline indiening aangifte Aj2018 – Ink2017

papieren aangifte: 29/06/2018

via tax-on-web door burger: 12/07/2018

via mandataris : 25/10/2018

Bezorg tijdig uw gegevens aan uw boekhouder !

Indien u een voorstel van vereenvoudigde aangifte heeft gekregen is de deadline voor antwoord (indien niet akkoord met voorstel) vastgesteld op 12/07/2018 indien niet akkoord ingegeven via tax-on-web, via papier 29/06/2018

Uitleg per rubriek aangifte AJ2018: https://www.practicali.be/blog/aangifte-personenbelasting-2018/#aangifte1

Rij elektrisch in uw eenmanszaak !

Voor een eenmanszaak verhoogt de fiscale aftrek van kosten m.b.t. een elektrische auto tot 120% van 01/01/2018 t.e.m. 31/12/2019.
De elektriciteit blijft voor 75% aftrekbaar.

Vanaf 01/01/2020 zal de aftrekbaarheid 100% bedragen inclusief het beroepsmatige elektriciteitsverbruik, ongeacht of deze auto aangekocht werd voor of na 01/01/2018

Let op: in eerste instantie wordt de beroepsmatige kost bepaald (privé-gebruik telt niet mee!), daarna de fiscale aftrekbeperking

Nieuwe fiscale aftrekbeperkingen personenwagens

Overzicht aftrekregeling personenwagens:
Vanaf 01/01/2018 worden de aftrekbare beroepskosten in de eenmanszaak ook aftrekbaar i.f.v. de co2-uitstoot.
De beperking moet je dan als volgt zien: eerst beperken we de totale kosten tot het beroepsmatig-gebruik, daarna volgt de fiscale aftrekbeperking.
Nemen we als voorbeeld een kost van 100 met een beroepsmatig gebruik van 80% geeft een aftrekbare beroepskost van 80, daarna wordt deze 80 nogmaals beperkt tot de fiscale aftrekbeperking, die was vroeger altijd 75% dus van de 80 blijft er dan 60 euro over.


Vanaf 01/01/2020 hangt alles af van de CO2 uitstoot van de wagen.
Hoe hoger de Co2 uitstoot hoe kleiner het fiscale aftrekbare bedrag.

AFTREK % = 120 % – (0,54 x coëfficiënt x aantal gram CO2 per kilometer
waarbij coëfficiënt = 1 voor dieselvoertuigen, 0,9 voor aardgas <12PK; 0,95 voor alle andere voertuigen
Max 100%, min. 50%, het volgens bovenstaande formule vastgestelde tarief kan niet lager zijn dan 50% en niet hoger dan 100%
40% voor CO2 >= 200 gr/km. Voor personenwagens met een CO2-uitstoot van 200 gram CO2 per kilometer of meer bedraagt de aftrek slechts 40% !

CO2-uitstootwaarde voor hybride wagens

Vanaf 01/01/2020 wil de wetgever de zgn. “Fake” hybride wagens fiscaal ontmoedigen. Dit zijn plug-inn hybrides die slechts een kleine afstand op hun batterij kunnen rijden.
Ter bepaling van het aftrek-% wordt voor hybride wagens (PHEV) de volgende CO2-uitstootwaarde gehanteerd, afhankelijk van de energiecapaciteit van de batterij uitgedrukt in kWh per 100 kg van het autogewicht én afhankelijk van de hybride CO2 uitstoot van de auto:
1) energiecapaciteit batterij >= 0,5 kWh per 100kg EN CO2-uitstoot <= 50 gr/km –> CO2 van hybride versie
2) energiecapaciteit batterij < 0,5 kWh per 100kg OF CO2-uitstoot > 50 gr/km –> CO2 van niet-hybride versie
3) niet-hybride versie is niet beschikbaar –> CO2 van hybride vesrie x 2,5

Is een hybride wagen uitgerust met zowel een brandstofmotor als met een elektrische batterij die een energiecapaciteit van minder dan 0,6 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht heeft OF een CO2 uitstoot van meer dan 50 gr/km, dan is het CO2 uitstootgehalte gelijk aan dit van hetzelfde model dat uitsluitend voorzien van een brandstofmotor.

Uitzondering: hybride wagens besteld vóór 01/01/2018 of waarvan het leasingcontract werd ondertekend vóór 01/01/2018 –> voor deze wagens blijft altijd de CO2 waarde gelden van de hybride versie, zelfs ná 01/01/2020

bron: https://www.practicali.be/blog/zomerakkoord-hervorming-vennootschapsbelasting-autokosten-voordelen/