Vanaf 1 januari 2022 wijzigen de btw-regels voor medische en paramedische beroepen.
Enerzijds zal de btw-vrijstelling voor artsen en andere medische beroepsbeoefenaars worden ingeperkt en afhangen de aard van de verrichte dienst.
Therapeutisch >>> diensten blijven vrijgesteld van BTW
Niet-therapeutisch >>> diensten zijn niet meer vrijgesteld van BTW
Omgekeerd kan de btw-vrijstelling vanaf die datum ook worden ingeroepen door andere medische en paramedische beroepsbeoefenaars, en zullen dus diverse zorgverstrekkers mogelijk in aanmerking komen voor de (gedeeltelijke) btw-vrijstelling.
We vatten de wijzigingen even samen:
Vrijstelling
Op heden worden de medische diensten verricht door o.a. artsen, tandartsen, verpleegkundigen in regel vrijgesteld van btw.
Daarnaast geldt de vrijstelling ook voor o.a. de volgende beroepsberoepsbeoefenaars: kinesitherapeuten, apothekers, audiologen, orthopedagogen, klinisch biologen, vroedvrouwen
Kortom, een algemene vrijstelling voor alle handelingen gesteld door een erkende (para)medische beroepsbeoefenaar welke in regel RIZIV erkende dienstprestaties verricht, en dit ook indien er sprake is van prestaties welke niet specifiek op de RIZIV nomenclatuur voorkomen.
Omgekeerd geldt er op dit ogenblik dus geen btw-vrijstelling voor zorgverstrekker welke niet in regel RIZIV erkende diensten verstrekken, zoals bvb chiropractors, osteo- of homeopaten, bandagisten, orthesisten, prothesisten …
Daarnaast gold er ook voor diëtisten, podologen en ergotherapeuten een vrijstelling voor specifieke activiteiten.
Wijzigingen
Naar aanleiding van de uitspraak van het Grondwettelijk Hof en in navolging van een striktere interpretatie van de Europese regelgeving, heeft de wetgever nu ook officieel gezorgd voor een wijziging van de regelgeving.
Enerzijds zal de btw-heffing en vrijstelling niet meer afhangen van de kwalificatie van de dienstverstrekker en aldus niet meer beperkt zijn tot de specifieke uitzonderingen voor bepaalde medische en paramedische beroepen. Ook de niet-erkende paramedische beroepsbeoefenaar zal voortaan kunnen genieten van de btw-vrijstelling in de mate dat deze een prestatie met therapeutisch oogmerk verricht.
Anderzijds zal de vrijstelling beperkt blijven enkel tot de therapeutische diensten, met uitsluiting van andere handelingen gesteld door de zorgverlener.
Therapeutisch doel
Kortom, de vraag naar de toepasbaarheid van de vrijstelling zal afhangen van de aard van verrichte dienst. Hierbij zullen alle medische en paramedische beroepsbeoefenaars slechts kunnen genieten van de vrijstelling indien en voor zover de medische dienst kan worden aangemerkt als therapeutisch.
Niet-erkende paramedici zullen dus moeten aantonen dat zij gekwalificeerd zijn om de therapeutische diensten te verrichten.
Anderzijds zullen de voorheen vrijgestelde beroepsbeoefenaars nog duidelijker een onderscheid moeten maken tussen de diensten verricht voor therapeutische en andere diensten.
Hierbij zullen dus niet enkel esthetische ingrepen worden uitgesloten maar ook alle andere bijkomende diensten die niet als ‘therapeutisch’ kunnen worden aanzien. Denk maar aan administratieve diensten, verstrekken van niet-medisch advies, bijkomstige activiteiten zoals de terbeschikkingstelling van materialen, verstrekken van materialen en andere diensten.
De wijziging zal derhalve impact hebben voor zowat iedere (para)medische zorgverlener, ongeacht of deze nu wel of niet een btw-vrijstelling geniet vandaag.
Wel kan er eventueel nog worden genoten van de zgn. vrijstelling van BTW in de kleine ondernemingsregeling. Hierbij mag de omzet van de niet-therapeutische” handelingen niet meer bedragen dan 25000 euro op jaarbasis (kalenderjaar)
Hieronder vindt u de volledige circulaire: